Hervorming wettelijk pensioen voor zelfstandigen: welke impact op de fiscale aftrekbaarheid van de premies voor de IPT?

Deel
FacebookLinkedInInstagram
De fiscale aftrekbaarheid van de premies die uw vennootschap betaalt voor uw individuele pensioentoezegging (IPT) hangt af van de toepassing van de "80%-regel". In een fiscale circulaire van 31 maart 2022 wordt verduidelijkt welke gevolgen de recente hervorming van het wettelijk pensioen voor zelfstandigen heeft op deze 80%-regel. Dit kan veel veranderen voor zelfstandigen in vennootschap! Wat moet u hierover weten?

De ‘befaamde’ 80%-regel en de schatting van het wettelijk pensioen

Voor de opbouw van een groepsverzekering of een individuele pensioentoezegging (IPT) via uw vennootschap, of als zelfstandig natuurlijk persoon, is de 80%-grens bepalend voor de mate waarin die kosten een fiscaal gunstige regeling krijgen. Die 80%-grens houdt kortweg in dat de betaalde premies slechts aftrekbaar zijn voor zover uw pensioen (zowel uw wettelijk als uw aanvullend pensioen) niet meer bedraagt dan 80% van uw laatste normale bruto jaarbezoldiging.

In de formule voor deze berekening van de 80%-grens moet dus ook rekening gehouden worden met uw wettelijk pensioen. Vermits het werkelijke wettelijk pensioen tijdens uw loopbaan nog niet bekend is, werkt de fiscus met een geschat bedrag.

Door de Wet op de harmonisatie van de pensioenstelsels voor zelfstandigen en werknemers heeft de fiscus de regels aangepast om het wettelijk pensioen te ramen (Circ. 2022/C/33, 31.03.2022) . T.e.m. 2020 was het geraamde wettelijk pensioen voor zelfstandigen gelijk aan 25% van uw brutoloon van het jaar waarvoor de premies in mindering bracht, zonder dat het lager of hoger mocht zijn dan een jaarlijks vastgesteld minimum of maximum. Nu is dat retroactief vanaf 1/1/2021 aangepast naar 50% van uw brutoloon. De 25% mag nog toegepast worden voor de jaren die de bedrijfsleider vóór 2021 presteerde als zelfstandige. De omzendbrief geeft dus een rekenregel die geldig is in het verleden, sinds 1 januari 2021, wat op zijn minst gezegd, vreemd is. Er zijn daarenboven nog een aantal belangrijke onduidelijkheden in de circulaire, zo onder meer, de toepasbaarheid op het POZ. De circulaire spreekt voorlopig enkel over de IPT, maar zal naar verwachting mogelijks ook nog uitgebreid worden naar het POZ.

Wat houdt dit nu concreet voor u in ?

Concreet houdt dit voor u in dat een aantal bijkomende gegevens zullen moeten opgevraagd worden, waaronder de meer gedetailleerde loopbaangegevens (als zelfstandige en in voorkomend geval ook als loontrekkende), en indien uw pensioenovereenkomst is opgestart in 2021 of 2022, ook de bezoldiging van 2020 voor de berekening van de prorata aan de gunstige 25%.

Curalia zal u daarvoor in de komende weken een document toesturen met de nodige uitleg voor de goede bepaling van die gegevens.

Indien u reeds een berekening voor 2022 van ons ontvangen heeft, zullen wij – op basis van de gegevens die wij u zullen opvragen – een nieuwe berekening voorstellen die rekening houdt met deze fiscale circulaire.

Aarzel niet om ons te contacteren, indien u vragen hebt.

sparen